Knee Prothesis Measurements
CT knieprothese
Scan procedure:
- scan bereik: beide componenten van de prothese volledigafbeelden
- parameters: 3 mm collimatie
Lijnen tekenen:
- Interepicondylaire as bepalen:
Op coupe halverwege de patella, waar het bot meest uitpuilt aan mediale en laterale zijde.
Lijn trekken tussen de epicondylen.
- Lijn door achterrand van de femorale component bepalen:
Op zelfde coupe als interepicondylarie as
Lijn door de achterrand van de beide condylen.
REKENING HOUDEN MET METAALARTEFACT BIJ HET BEPALEN VAN DE ACHTERRANDEN !
- Lijn door achterrand van de tibiale component bepalen:
Op coupe op de overgang tussen poly-ethyleen spacer en metaal van de tibiale component
Lijn door achterrand van de prothesecomponent.
Metingen:
-
hoek tussen de interepicondylaire as en de achterrand van de tibiale component: ......° exorotatie tibiale component tov. femur. ( normaal endorotatie van femorale component tov femur < 5° ).
-
hoek tussen de achterrand van de femorale component en de achterrand van de tibiale component: .....° exorotatie tibiale component tov. femorale component ( normaal endorotatie van femorale tov tibiale component < 5°).
-
hoek tussen de interepicondylaire as en de achterrand van de femorale component: …..° endorotatie van de prothese tov. femur. (mean/SD: 6°/2°. endorotatie van de prothese component t.o.v. de femur).
Ref: S.J. Incavo, K.M. Coughlin, C. Pappas, B.D. Beynnon. Anatomic Rotational Relationships of the Proximal Tibia, Distal Femur, and Patella. The Journal of Arthroplasty Vol. 18 No. 5 August 2003, pp 643-648.




